Gedragscode CJV Schiedam

GEDRAGSCODE CJV Schiedam
Gedragscode

Omdat we duidelijk willen zijn naar onze vrijwilligers en anderzijds naar onze deelnemers en klanten stellen we een aantal gedragsregels vast die gelden voor iedereen die op welke manier dan ook actief is bij CJV Schiedam tijdens disco’s, clubs en kampen. Deze gedragsregels zijn een aanvulling, niet een vervanging, op het Wetboek van Strafrecht.

A.      OMGAAN MET DE IDENTITEIT VAN CJV Schiedam

Alle begeleiders dienen de identiteit van CJV Schiedam te respecteren als uitgangspunt voor het werk.

Het CJV Schiedam identiteit in 10 zinnen:

  1. Samen zorgen we voor veiligheid, plezier en ontspanning.
  2. Samen zorgen we voor een (gelijk)waardige en respectvolle manier van omgaan met elkaar.
  3. Iedereen telt mee. Iedereen is gelijk. Er wordt gekeken naar (de inzet van) mogelijkheden.
  4. Het werk wordt gedaan door de vrijwilligers.
  5. Iedereen krijgt de kans om dingen te leren en zichzelf verder te ontwikkelen.
  6. Iedereen heeft een lerende houding en staat open voor feedback.
  7. Iedereen is betrokken bij het organiseren van een betere wereld.
  8. Iedereen wil eigen verantwoordelijkheid ontdekken, anderen daarbij betrekken en samen deze verantwoordelijkheid oppakken.
  9. We staan open voor nieuwe mogelijkheden, samenwerking, grensverleggende en innovatieve ideeën van vrijwilligers of andere betrokkenen.
  10. Op een spontane en vrijblijvende wijze gaan aandacht voor zingeving, creativiteit, persoonlijke groei en zorg voor de wereld hand in hand.
B.      OMGANG MET ELKAAR
                1. ALGEMEEN
  1. Ontdek, accepteer en respecteer elkaars unieke mogelijkheden en zet ze in waar het de groep ten goede komt.
  2. ‘De één acht de ander uitnemender dan zichzelf’, maar cijfert zichzelf ook niet weg. Iedereen is er op gericht om elkaars sterke punten in te schakelen en deze kunde over te dragen aan anderen die hierin willen leren, maar alleen daar waar dat de groep als geheel ten goede komt.
  3. Let op je taalgebruik: niet schelden, vloeken, racistische, seksistische of kwetsende opmerkingen maken.
  4. Mensen zijn sociale wezens en hebben een natuurlijke behoefte aan intimiteit, geborgenheid en aanraking. Spontaan fysiek contact en spel is gewenst zolang er op geen enkele wijze dwang of druk van de deelnemer(s) of begeleider(s) bij plaats vindt. Lichamelijkheid, stoeien, tegen elkaar aanzitten, onder een zeiltje slapen, het kan allemaal horen bij een geslaagd zomerkamp. Belangrijk voor de begeleiding is om het spel af te stemmen op de groepsfase waarin de groep en individuen in de groep zich bevinden, zoals te lezen is in de pedagogische aanpak, bekijk hiervoor de website.
  5. Bespreek vooraf in het stafteam waar voor de staf de grens ligt met het oog op fysiek contact tussen stafleden onderling, tussen stafleden en deelnemers en tussen deelnemers onderling. Het is daarbij van groot belang dat je open staat voor een nauwere grens van anderen, zowel deelnemers als stafleden en dat je daar rekening mee houdt.
  6. Wees zelf terughoudend in fysiek contact met deelnemers. Een arm van een begeleider om de schouder van deelnemers (kinderen en jongeren) is gewenst als het ondersteunend en vriendschappelijk is en er geen sensueel of seksueel verband kan worden gelegd, door wie dan ook. Daarom vragen wij aan begeleiders om uiterst terughoudend te zijn in taal, spel, rituelen en gebruiken die als intiem kunnen worden uitgelegd, seksueel of sensueel zijn.
  7. Deelnemers en begeleiders die seksueel getinte taal en/of spel starten worden door begeleiders actief gevraagd om hiermee te stoppen. Onze activiteiten zijn groepsactiviteiten waarin seksueel georiënteerd gedrag storend werkt.
  8. Wees je ervan bewust dat je op een grensgebied zit wanneer er sensuele opmerkingen worden geplaatst. Een spontane en speelse sensuele toespeling, mits spontaan en speels, hoort bij elk puberend jongerenkamp. Plaats als begeleider nooit een dergelijke opmerking richting deelnemers of andere begeleiding. Bij kinderen is sensueel handelen ongepast en ongewenst. Ook hier geldt weer dat je rekening houdt met elkaar en nauwere regels van een deelnemer of begeleider respecteert en opvolgt.
  9. Ondersteun in alle gevallen actief de (lichamelijke) integriteit van elkaar. Bespreek met de begeleiders vooraf waar de grens ligt bij douchen, zwemmen en tekencontrole. Vraag de deelnemer om zelf een begeleider of deelnemer te kiezen voor een tekencontrole. Geef een deelnemer de keuze om zelf een teek te verwijderen. Vraag de deelnemer wie een teek op een intieme plek mag verwijderen en biedt actief aan dat ook een dokter dit doen kan.
  10. De begeleider heeft de plicht om de jongere naar vermogen te beschermen tegen elke vorm van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik door derden. Bij vermoedens wordt contact gezocht met een beroepskracht.
                2. BEGELEIDERS ONDER ELKAAR
  1. Geef elkaar steun bij de vorming van een stafteam. Overleg met elkaar over keuzes.
  2. Geef gezag aan de hoofdleider bij het maken van keuzes.
  3. Wees actief betrokken bij de dagelijkse korte evaluatie. Noem positieve en verbeterpunten.
  4. Zorg dat eventuele bestaande of ontstane intieme relaties tussen stafleden op geen enkele wijze invloed hebben op de onderlinge verhoudingen in de groep.
                3. BEGELEIDERS EN DEELNEMERS
  1. Accepteer deelnemers zoals ze zijn en richt je activiteiten zo in dat de kwaliteiten van deelnemers tot hun recht komen. Wees altijd bereid om je te verantwoorden over gemaakte keuzes die misschien onlogisch lijken.
  2. Als begeleider heb je een duidelijke verantwoordelijkheid en voorbeeldrol voor de deelnemers, uiteraard is die mede afhankelijk van de leeftijd van de deelnemers. Een pedagogische aanpak is hierbij leidraad.
  3. Jij bent er voor de deelnemers en niet andersom. De belangrijkste taak van de begeleiders is: zorgen voor veiligheid, plezier en ontspanning.
  4. Begeleider en deelnemer ontmoeten elkaar op neutrale, openlijke ruimtes in het zicht van andere begeleiders (en/of deelnemers). Een begeleider is nooit alleen met een deelnemer in een afgesloten ruimte.
  5. Neem problemen van deelnemers serieus, zeg nooit dat je iets geheim houdt. Deel eventuele problemen met medestafleden, hoofdleiding en/of ouders/verzorgers.
  6. Je bent geen maatschappelijk werker, dus wees terughoudend met goede adviezen en raadgevingen. Je bent nooit verantwoordelijk voor nazorg. Jouw karwei is om mensen van hun activiteit te laten genieten. Jij brengt een hoofdleider op de hoogte als er een risico wordt vermoed waaraan de deelnemer of een begeleider wordt blootgesteld. Het bestuur staat je vanzelfsprekend bij als je er niet uitkomt.
  7. Ga tijdens activiteiten nooit een relatie aan met een deelnemer. Je bent begeleider (van een kamp) en de groep gaat voor.
  8. De begeleider mag een deelnemer nooit gebruiken voor de bevrediging van de eigen emotionele en/of seksuele verlangens en/of agressieve uitingen.
  9. De begeleider mag een deelnemer niet op zodanige wijze aanraken waarbij de verwachting is dat deze aanraking als seksueel of erotisch van aard ervaren kan worden.
  10. Vertrouwelijke informatie dient vertrouwelijk te blijven. Als je iets hebt gehoord dat van algemeen belang is, overleg dan met de hoofdleider. Zeg nooit tegen een deelnemer dat je iets geheim houdt.
  11. De begeleider krijgt of geeft nooit een (im)materiële vergoeding ergens voor.
  12. De begeleider leent geen geld van of aan de deelnemer.
  13. De begeleider geeft nooit zijn privégegevens aan een deelnemer. Tenzij ouders / verzorgers daarvan op de hoogte is.
  14. Er wordt door begeleiders nooit informatie aan derden verstrekt over de deelnemer. Tenzij het een noodsituatie betreft zoals: arts, ziekenhuis, ongeval, etc.
  15. Voor het naar huis sturen van deelnemers lees het protocol: “Naar huis sturen”.
  16. De algemene regel is dat in onze kampen niet gemengd wordt geslapen:
  1. Deze regel dient in kampen goed door de begeleiding te worden gehandhaafd. Uitzonderingen op de regel dienen in goed overleg met de stafleden worden genomen.
C.       GEDRAGSREGELS TEN AANZIEN VAN VEILIGHEID EN ACTIVITEITEN
  1. Als begeleider ben je verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van de deelnemers. Dit houdt in dat jouw gezondheidstoestand (zowel fysiek als psychisch) geen risico’s mag meebrengen voor de gezondheid of veiligheid van de deelnemers of de andere begeleiders. Een zomerkamp is inspannend, denk je dat vermoeidheid een risico kan zijn, overleg dit dan vooraf met de hoofdleiding. Op tijd naar bed doet wonderen.
  2. Bij alle activiteiten staat de veiligheid van de deelnemers, de overige mensen en je eigen veiligheid voorop. Ga daarom altijd eerst na welke materialen nodig zijn om de veiligheid van de activiteit te waarborgen. (bijv. zwemvesten, afspraken over regels, EHBO, veiligheidshesjes, etc.) Laat je informeren door deskundigen over het gebruik van veiligheidsmaterialen. Houd rekening met het weer bij activiteiten.
  3. Als je auto rijdt met deelnemers, let dan op regels zoals het gebruiken van autogordels, kinderen onder 12 jaar niet voorin, etc. Neem de maximale snelheid in acht! Alcoholgebruik is daarbij verboden. Dat betekent dat er altijd minimaal 3 begeleiders nuchter moeten zijn waarvan 2 met rijbewijs en in staat om te rijden. De meeste ongelukken gebeuren doordat de begeleiding niet geconcentreerd (door de groep afgeleid of vermoeid) rijdt.
  4. Regel vooraf wie de EHBO verzorgt. Deze begeleider is verantwoordelijk voor de aanwezigheid van eerste hulp materiaal en de uitgifte van pijnstillers. Bij ongeval of ziekte geen risico nemen en niet aarzelen een dokter te raadplegen. Bij elke activiteit moet een EHBO-kist aanwezig zijn. Zorg dat je als begeleider altijd direct kunt ingrijpen bij elke activiteit.
  5. Veroorzaak met activiteiten geen overlast voor en houd rekening met andere mensen.
  6. Ziekenhuisbezoek wordt altijd gemeld (mobiel, sms, mail, etc.) aan een hoofdleider en wordt het gemeld aan ouders of verzorgers.
  7. Rondom medicijngebruik worden afspraken gemaakt.
D.      OMGAAN MET VOEDING EN GENOTMIDDELEN
  1. Zorg voor een verantwoorde voeding, daarbij behoort een warme maaltijd per dag.
  2. Zorg zeker in kinderkampen voor aardappels, groente en vlees. Leef je niet uit in je eigen hobby’s.
  3. Houd rekening met vegetariërs en met eventuele andere voedingsgewoonten. Ga voor het kamp na of er deelnemers zijn met dieetvoorschriften (zie hiervoor de inschrijfformulieren).
  4. Besteed aandacht aan iets lekkers, zeker als het stroef gaat in de groep of als het lang slecht weer is.
  5. Het algemene standpunt over genotsmiddelen is dat alles wat iemand op korte of langere termijn de gezondheid schaadt niet wordt aangeboden. Ook mag niemand gestimuleerd worden in het gebruik van dit soort genotsmiddelen. Daaronder vallen roken, overmatig alcohol gebruik, drugsgebruik en andere schadelijke middelen.
  6. Gebruik van soft-, harddrugs en wapens is zeer zeker verboden. Jongeren die drugs en/of wapens hebben meegenomen, gekocht of gebruikt tijdens de activiteiten moeten naar huis. Ook wordt een hoofdleider ingelicht en kan er melding worden gedaan bij de politie.
E.       OMGAAN MET HET MILIEU
  1. Houd je aan de regels die door de eigenaar van de percelen die je gebruikt, zijn gesteld.
  2. Gebruik in de natuur wegen en paden. Overleg met de terreineigenaar over het gebruik van een perceel voor een bos- of terreinspel.
  3. Laat geen troep achter in de natuur. Neem lege flesjes, blikjes en ander afval mee naar huis. Ruim eventueel tijdens je tocht door de natuur zwerfafval op. Zo voorkom je dat anderen zich storen aan afval dat aan onzorgvuldigheid van onze groep verweten wordt.
  4. Wees zorgvuldig met afval. Ruim afval – waar dat zin heeft – gescheiden op.
  5. Wees voorzichtig met vuur. Houdt altijd toezicht als er vuur is en zorg dat je iets bij de hand hebt om te blussen. In een brandgevaarlijke omgeving is vuur, dus ook roken, verboden. Een achtergelaten stukje glas kan een vuurzee veroorzaken.
  6. Houd rekening met dieren in de omgeving. Wees terughoudend in het gebruik van muziek (radio’s, smartphones) in de natuur en zie er op toe dat de rust en stilte niet (teveel) verstoord wordt.
F.       CONTACT MET DERDEN

Wanneer iemand van de pers zich bij je meldt dan stuur je deze altijd door naar een hoofdleider.

G.      PRIVACY
  1. Alle informatie die door ouders/verzorgers/deelnemers op het inschrijfformulier wordt vermeld, dient vertrouwelijk te worden behandeld. Gebruik deze informatie alleen om de juiste begeleiding te kunnen bieden.
  2. Na afloop van het kamp dienen de formulieren vernietigd te worden.
  3. Denk goed na welke informatie je deelt op sociale media en internet. Foto’s en video’s van deelnemers worden alleen met toestemming van ouders geplaatst. Dit dient te worden aangegeven op het inschrijfformulier.
H.      KLACHTEN, VERTROUWENSCOMMISSIE

Indien een begeleider zich niet aan deze regels wil houden en/of deze regels op grove wijze schendt, zal de desbetreffende begeleider met onmiddellijke ingang door een hoofdleider worden geschorst van zijn/haar taak. Voordat de geschorste weer als begeleider op kamp mag dient een gesprek te zijn geweest met de hoofdleiding. Zijn gedrag moet duidelijk veranderd zijn en binnen de gedragscode passen. Indien een begeleider signaleert dat er door een ander dan hemzelf gedragingen zijn die niet passen binnen deze gedragscode is hij verplicht hiervan melding te maken bij het bestuur van het CJV Schiedam.

In geval van een conflict met of een klacht over een begeleider kan contact opgenomen worden met de vertrouwenspersoon van CJV Schiedam. Neem hiervoor contact op met Jimi van Schaick: 06-19274447/secretariaatcjvschiedam@outlook.com.

I.        VERKLARING OMTRENT GEDRAG (VOG)

Iedereen die voor CJV Schiedam op welke manier dan ook werkzaam is, dient in het bezit te zijn van een actuele Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Een VOG is twee jaar geldig vanaf het moment dat hij aangevraagd is. De VOG moet voor aanvang van de activiteit (kamp, disco’s, club etc.) door CJV Schiedam zijn ontvangen.

…………………………………………… (Naam)

heeft de gedragscode gelezen en onderschrijft deze

Plaats:                                  Datum:   Handtekening:

………………………….                ……………..              ……………………..